Drie FCAers stonden aan de start in het natte Sleeuwijk. Toen het start schot klonk, vlogen zowel de renners als de (bijna broedende) ooivaars alle kanten op. Gelukkig voor de renners was het parcours goed afgezet en kwam er snel een lijn in het peloton. De vele bochten en de regen zorgden ervoor dat het een echte afvalronde was. Willy en Henry moesten halverwege de rol lossen. Maarten had de gang erin en kon zich goed voorin handhaven. Toen de bel voor de laatste ronde klonk, mochten de overgebleven renners gaan sprinten voor de felbegeerde eerste plaats. Maarten haalde ondanks kramp in zijn poten een vijfde plaats binnen.