Een tijdrit is een strijd tegen jezelf, met op het eind een ranglijst als bevestiging van het gevoel onderweg. Joost en Dik gingen die strijd aan bij de tijdrit in Well/Nieuw-Bergen. 25 kilometer knallen met beleid, de pijn omarmen, jezelf steeds voor de gek houden dat het over 100 meter beter zal gaan, sneller, soepeler.
Joost mocht van de beide renners als eerste starten. Warming up gehad, pacing plan gemaakt, wind geanalyseerd, tijd om de kaarten op tafel te leggen. De eerste kilometers voelden goed. Het stuk naar het eerste meetpunt schoten onder de wielen door. Draaien op de weg, en weer door naar het tweede keerpunt. Daar begon de echte strijd: te snel door het keerpunt, te grote versnelling bij het weer op gang trekken, wind tegen. De snelheid zakte, de benen liepen vol. Op het eind nog alle energie eruit persend, en volledig leeg over de meet. En nu eerst wachten op Dik, en daarna de finale afrekening in de einduitslag.
Dik had grotendeels dezelfde indeling. Het eerste deel met wind in de rug niet te gek doen. Focussen op de cadans en het goede ritme. De twee keerpunten verwerken: vanuit lage snelheid weer optrekken en het ritme weer vinden. Het laatste stuk was het afzien en werken geblazen. Moeite om met wind tegen de snelheid hoog te houden.
Uiteindelijk klokte Joost een tijd van 35 minuten en 10 seconden. Dik bleek slecht vijf seconden langzamer te zijn. Goed voor een 9e en 10e plek in de einduitslag.