Tijdrijden is niet leuk. Een ploegentijdrit al helemaal niet. Geen moment van verschuilen of even de benen stil houden, maakt de ploegentijdrit een ‘helletocht’ voor iedereen behalve de beste van de ploeg. Aangezien er in de club wel wat mensen zijn die dit toch leuk vinden om eens te doen, hebben we eerder in het jaar de ploegentijdrit van Gilze gereden. Dat beviel (sommige mensen) dusdanig, dat er al plannen gemaakt werden voor het Nederlands Club Kampioenschap: een ploegentijdrit over 45 km in de polders van Groningen (Hoogezand).
Zodra de wedstrijd advertentie gepubliceerd was, werden er renners geronseld. De meesten deden vrijwillig mee, Ferry had een duwtje in de rug nodig van Henry om zich maar weer eens helemaal leeg te rijden voor de club. Trainingen werden gepland, materiaal werd in orde gebracht, dus de dag der dagen mocht aanbreken. Jeroen twijfelde enorm aan zijn conditie. Zijn moraal was niet te stoppen, zijn conditie wel. Dus, zou het goed komen? Zijn ambities spraken niet van uitrijden, maar hij zou vechten voor wat hij waard was.
Helaas helaas, niet alles is te voorkomen. Willy de Tank werd ziek. Ja, zelfs Willy is menselijk. Dit was een verassing voor velen, aangezien hij onmenselijke dingen liet zien in de training. Afzien was het in zijn wiel, maar nu was het afzien voor Willy. Zijn lichaam had besloten zich af te melden voor de wedstrijd, alleen was Willy het daar niet mee eens. Toch de auto in, om met z’n allen (renners inclusief vaste fanclub) heel Nederland door te rijden, richting Denemarken. Want zo ver weg is Hoogezand! Vooral als je op de TomTom Hoogzand in toetst, dan is de route nog veel langer!!!
FCA Cycling Team stond als 3e gepland. De start viel, Willy zette het tempo en op weg ging het, de polder in, daar waar het flink waaide maar redelijk droog bleef. De eerste tien kilometer gebeurde veel: Willy moest al snel afhaken vanwege zijn maag, we haalden onze voorgangers in, dat kostte Jeroen ook de aansluiting waardoor we al direct met 4 man reden, en we werden ingehaald door een snellere club achter ons. De laatse 35 kilometer kilometer waren minder spannend, maar niet minder zwaar. Met 4 man werd besloten te knokken voor wat het waard was, en het liep als een trein. Niemand verzaakte, iedereen reed zich het snot voor de ogen. Wind mee ging het boven de 50 km per uur. Helaas, met z’n 4-en zakten we te ver terug voor een toptijd. Maar het bleef gesmeerd lopen. Het gevoel achteraf was erg goed. Iedereen moe maar zeer tevreden.
Na de warme douches op weg naar Zuidlaren om daar bij de lokale Chinees de dag te besluiten. Jeroen zwengelde zijn hypermoderne telefoon aan, en wist ons te melden dat we 60e van de 68 clubs waren. Dat was even slikken… Maar voor een klein amateur clubje, die merendeels met z’n vieren hebben moeten rijden, was dat nu eenmaal het hoogst haalbare. Het gevoel dat we goed hebben gereden overheerst de kleine domper van de harde feiten. Voor de meesten zal een volgende editie zeker weer op de kalender staan, en voor Ferry zullen we nu nog creatiever moeten zijn om hem weer over te halen. Vrees dat alleen grote geldbedragen hem nog kunnen overhalen om weer tegen de wind in te beuken voor een plek in de achterhoede.